maandag 5 oktober 2015

Terug naar de bouwkamer: de levenscyclus van een project

Na de macro-wereld van de snelle vliegtuigen en gehaaide ontwerpen leek het me leuk je een klein inkijkje te geven in de hobby, en dan vooral het verschil tussen nu en pakweg 10 jaar geleden toen ik het serieus oppakte.

Het Lab.


Zoals je ziet beschik ik over een behoorlijke ruimte om in te werken tegenwoordig. Maar het is niet alleen een kwestie van ruimte. Over het algemeen zijn modelbouwers een aardig en behulpzaam volk. Op sommige pagina's op FB krijg je vooral likes en positieve kritiek. Op andere plekken, zoals modelbrouwers.nl (het grootste forum in NL), wordt ook wat pittiger kritiek gegeven. Is nooit leuk natuurlijk, maar in de afgelopen tien jaar heb ik de meeste dingen vooral daar geleerd.

Beginnen


Een nieuw project starten is net zoiets als een geweldige nieuwe band ontdekken: in korte tijd wil je er alles van weten. Je gaat je verdiepen, referenties zoeken. Ga je het model out-of-the-box bouwen of ga je decals bestellen voor die ene mooie versie? Het plastic inspecteren, alles draagt bij aan de voorpret. De eerste echte stap die je zet is eigenlijk oersaai: wassen. Om de vetrestanten die van de mallen komen weg te krijgen maak je een sopje, en je hangt het plastic een nachtje te drogen. Dit is één van de handelingen waarover zelfs experts elkaar in de haren vliegen of het nu nodig is of niet. Om het zeker te weten zou ik twee modellen moeten bouwen, één met en één zonder. Geen zin in :-). Het hoort voor mij gewoon bij de rituelen.

Schilderen


Revell Vario 
Het belangrijkste verschil wat schilderen betreft is dat ik tegenwoordig grote delen van het model gewoon airbrush. Airbrushes zijn er in beginnerssetjes van om en nabij E 50,- maar je kan het zo duur maken als je zelf wilt, hierover later wat meer. Mijn model overigens hiernaast. Het grote voordeel van airbrushen is natuurlijk dat je snel grote oppervlaktes kunt schilderen. Een B-52 in 1/72 is 67 cm lang, en als je dat allemaal wilt gaan kwasten wens ik je succes. Een ander voordeel is dat je laag mooi egaal is. Er zijn maar heel weinig mensen die zo goed met de hand kunnen kwasten dat je het verschil niet merkt. Maar het belangrijkste is dat de laag dun is: hierdoor blijft het detail in het plastic behouden. Dat detail maakt gelijk het verschil tussen de goedkope kits en de duurdere maar authentiekere kits. Er zijn namelijk twee manieren om bijvoorbeeld paneellijnen te gieten: opstaand en verzonken. Zie onder.



Links zie je hoe het heurt: verzonken naden. In werkelijkheid worden de panelen namelijk bevestigd aan het skelet van de romp, met verzonken naden als gevolg. Rechts zie je hoe het niet hoort (en hoe een bouwer zelf met een scriber alsnog de lijnen erin graveert): opstaande lijnen. De tweede reden is namelijk dat je weathering (verweren/verouderen) alleen met verzonken lijnen kunt doen, hierover onder meer. Opstaande lijnen zijn goedkoper om te gieten omdat je alleen de lijn in de mal hoeft te slijpen en je bent klaar. Bij verzonken lijnen moet je juist de zones tussen de lijnen uitslijpen, dat is veel duurder.

Bouwen


Bouwen is bouwen, zou je zeggen, en dat is ook niet zoveel veranderd. Omdat ik tegenwoordig ook voeg voor het schilderen is er alleen wel wat meer planning nodig: je kunt sowieso vaak al niet exact de bouwinstructie volgen, nu is dat nog minder. Maar ik wilde toch even een bijzonder spulletje onder de aandacht brengen waarmee we vroeger menigmaal de VWZ hebben opgetuigd in onze jonge(re) jaren: posterbuddy! That's right, dit simpele spul heeft een waslijst aan handige toepassingen die mijn modelbouwleven aanzienlijk makkelijker hebben gemaakt. Bijvoorbeeld antennes en andere kleine deeltjes inbedden zodat ze niet wegschieten bij het knippen (links), tijdelijk bevestigen van kleine onderdelen en het maskeren van delen die niet onder de airbrush moeten (luchtinlaten; rechts). 



Voegen


Zoals ik in mijn eerste blog over bouwen al zei is een model het mooist als je niet kunt zien dat het uit losse delen is gemaakt. Nauwkeurig lijmen en dryfitten leidt zelfs bij de beste dozen namelijk tot naden. Gelukkig zijn die net als bij schilderwerk in huis te voegen. Modelbouw is geen goedkope hobby, maar het hoeft ook niet duur te zijn. Je kunt je helemaal gek laten praten door 'experts' op fora die zweren bij Tamiya vuller, een tubetje van 50 mL dat E 8,- kost. Of je zet je nuchtere Hollandse mentaliteit aan en gaat naar de Gamma, waar je voor evenveel geld prima Allesvuller koopt, alleen je hebt wel vijf keer zoveel. Ik heb een grote voorraad houten roerstaafjes die naast ideaal voor het mengen van verf ook zeer geschikt voor voegwerk zijn. Met een tang kan je ze customizen voor de vorm die je nodig hebt. Hieronder een voorbeeld van het vliegtuig dat ik voor mijn ouders heb gebouwd. Op de plaatsen waar de niet-afgedekte ruitjes zitten zaten bij dit specifieke vliegtuig helemaal geen ruiten. Dus moeten die ruitjes gevoegd worden. Na het aanbrengen kan je alvast wat wegschuren met fijn schuurpapier. Daarna neem je een doekje en acetonvrije nagellakremover, en kan je het restant zo wegvegen. 


Finish


Zelfs een jaar of acht geleden was de volgorde voor mij simpelweg: bouwen-schilderen-decals. Ik weet niet of het volgende jou is overkomen destijds, maar mij in elk geval wel: silvering, zie hieronder, links. Het probleem is dat elke verflaag op microscopisch niveau ruw is, waardoor de decal luchtbelletjes eronder krijgt. In het ergste geval bladdert hij af, in het beste geval ziet het eruit als hieronder. Dit komt niet heel overtuigend over; je ziet gewoon dat het een plakker is die ergens anders overheen geplakt is. 


Gelukkig is hier een oplossing voor (letterlijk), genaamd MicroSol, dat in een klein ***-flesje zit dat iedere bouwer minstens één keer tijdens het werk heeft omgestoten. MicroSol verslapt de dragerfilm onder de decal, waardoor de decal zich naar het oppervlakte gaat voegen en je een veel betere painted-on finish krijgt (rechts). Dit effect wordt nog beter door het model voordat je met de decals bezig gaat een glanslaag te geven met de airbrush. Ik heb het eens berekend, maar ook hier kan je voor een liter lak ongeveer 100 euro uitgeven door het zelf met duur merkspul te mengen, of je koopt gewoon HG51-vloerreiniger bij de super voor E 11.- dat je rechtstreeks uit de fles kunt spuiten. Je merkt het: modelbouw is een hobby die je grotendeels gewoon met spullen uit de supermarkt kunt doen.


Weathering


Nadat je model voor de tweede keer in de glans is gegaan om de decals te sealen, komt de laatste stap: weathering. Weathering is niet één techniek, maar omvat vele verschillende technieken. Één ervan beheers ik momenteel aardig (de andere kunnen helaas niet vanwege de beperkingen van mijn airbrush): de zogeheten pinwash. Als je een model maakt, heeft de schaalverkleining een aantal optische effecten. Ten eerste verdonkering van de kleur, d.w.z. dat als je een schaalmodel in precies dezelfde kleur zou schilderen als de real deal, je model te donker overkomt. Het tweede is dat doordat je relatief minder contrast kunt zien, de paneellijnen, klinknagels etc. te licht overkomen. De truc is niet zo moeilijk en maakt gebruik van het verschil tussen hydrofiel en hydrofoob. De verf en glanslaag zijn in principe hydrofiel. Wat je doet is in een potje een spatelpuntje olieverf uit een tube mengen in terpentijn. Vervolgens neem je een spitse penseel, en laat je op de kruispunten van de paneellijnen de vloeistof erin lopen, door het capillaire effect loopt het vanzelf in je lijnen. Na ongeveer een half uur neem je een stuk doek en veeg je het af in de richting van de luchtstroom die het vliegtuig ondervindt, uiteindelijk is dit het resultaat. Hierna gaat het model in een (semi-)matte laag, en zit het werk erop!


Een uitstervende hobby?


Ik ben eigenlijk wel blij met mijn geboortejaar, blij dat ik me destijds voor analoge zaken als modelbouw kon interesseren. De prognose voor mijn hobby ziet er niet al te best uit. Net als bij platenzaken moeten de gewone bouwwinkels hard concurreren met de online-winkels. Ik geef gelijk ruiterlijk toe dat ik jouw model bij zo'n winkel heb besteld; het model was simpelweg niet leverbaar door Sjaak's. Toch ga ik eigenlijk altijd even langs, zelfs als ik geen geld te besteden heb (en dat is vaak). De sfeer, je aandacht laten afdwalen naar al die mooie dozen is uniek.

Leiden heeft gek genoeg geen eigen modelbouwvereniging, ik ben één keer naar een open dag van de vereniging in Hoofddorp geweest, en ik kan je zeggen dat de gemiddelde leeftijd hoog is. De nieuwe generaties zijn ook minder geïnteresseerd. Bovendien hebben de ontwikkelingen in 3D-printers ook hun prijs: waarom zou je nog alles zelf in elkaar zetten? 

Het is maar goed dat plastic niet bederfelijk is wat dat betreft. Gezien het enorme hamstergedrag van bouwers hebben ze vaak genoeg voor het (drie-)dubbele van hun levensverwachting, dus zullen er nog lange tijd kits in omloop blijven. Een nogal cynisch gegeven van de wereld wat dat betreft is dat bouwers dol zijn op yard sales vanwege overlijden: totaal onwetende familieleden verkopen dan vaak de allerbeste dozen voor veel te weinig. Maar dat terzijde.


3 opmerkingen:

  1. Leuk om je werkplek te zien! Ik had inderdaad ook altijd last van silvering, maar op die ene na heb ik het ook nooit écht geprobeerd (ik was 11 dus tja). Ik zie dat er een hoop werk in zit (dat wist ik ook al wel van je gegrom op facebook :-) ), dus dat maakt me nog geintrigeerder naar wat je voor mij in petto hebt! Ik ben erg benieuwd!!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Deze is om de email meldingsfunctie aan te zetten :-p

      Verwijderen
  2. Ja, af en toe ligt de grom/plezierbalans wat verkeerd maar het is over het algemeen plezier ja. :)

    BeantwoordenVerwijderen